AD Interview 2021 | Harmen Meinsma
Vriendschap tussen fotograaf (29) en muze (80): ‘We halen samen allerlei gekke capriolen uit’
De Rotterdamse fotograaf Harmen Meinsma (29) ontmoette de ruim vijftig jaar oudere Rotterdamse Joyce Keasberry (80) op de markt. Het klikte en ze werden vrienden. Foto’s die hij van haar nam, hangen nu in de Kunsthal in Rotterdam. ,,Ik voel me meer op mijn gemak bij oudere mensen.’’
Anton Slotboom
Ze maken nog nét niet elkaars zinnen af. Maar verder? Aan een half woord hebben ze genoeg om moeiteloos uren met elkaar verder te kunnen praten. ,,We kennen elkaars geheimen,’’ zegt fotograaf Harmen Meinsma, een boomlange, flamboyante twintiger met roze haar. ,,Soms zitten we ook echt gewoon uren te praten,’’ zegt Joyce Keasberry, tachtig, maar al net zo flamboyant. ,,Ze heeft zoveel meegemaakt, daar luister ik erg graag naar,’’ vindt Harmen. ,,En we halen samen ook nog eens allerlei gekke capriolen uit,’’ gniffelt Joyce. ,,Lekker met Instagram bezig zijn, wijntjes doen in de zomer,’’ somt Harmen de elementen van hun vriendschap op. ,,Ooit heb ik in mijn leven gezegd: ik ga niet wachten met genieten tot ik 65 ben,’’ zegt Joyce. ,,Nou, daar heb ik naar geleefd. Het lukte niet altijd. Soms was het zwaar, mijn partner leed aan Parkinson en overleed. Dat was moeilijk. Nu denk ik: ik ga niet wachten tot ik dood ben met genieten van dingen.’’
Gisteren dronken ze daarom samen nog champagne. Joyce had spontaan twee flesjes gehaald om het leven te vieren, zegt ze. Ze kookte voor Harmen en trakteerde op bubbels. De exacte aanleiding? ,,Aanleiding voor champagne heb je toch niet nodig?’’
Museum
Ze zijn allebei trots op het feit dat de foto’s, die Harmen een paar jaar geleden maakte van Joyce, nu als onderdeel van een grote tentoonstelling over eeuwige jeugd in de Kunsthal hangen. Voor Harmen was My Dear Joyce in 2017 een afstudeerproject op de Kunstacademie. Hij wilde met zijn foto’s laten zien dat het kan: ouder worden en jeugdig blijven. Met een ploeg trokken ze er destijds op uit, met Joyce als model. Ze poseerde in uitzinnige designerkleding in uitzinnige decors. Joyce genoot destijds volop van de fotosessies. Ze had al een compleet leven achter de rug, eerst in Indonesië en later in Nederland, met twee huwelijken, toen ze op de markt bij Blaak werd aangesproken door een vijftig jaar jongere fotograaf. ,,Ze viel me op,’’ zegt Harmen. ,,Haar schoenen, haar persoonlijkheid. Die was zo open.’’ Tegen Joyce: ,,Toen ik je tegenkwam had je pantserschoenen aan, weet je nog?’’
Joyce keek die dag heel even de kat uit de boom. ,,Ik ben heel gemakkelijk met contacten, dat ben ik altijd al geweest. Ik heb veel gereisd, gewoon alleen ook. Laatst ben ik nog alleen naar Mexico gegaan. Ik heb na de dood van mijn man eerst wel geprobeerd te reizen met een gezelschap, zo’n groepsreis, maar ik merkte dat ik een buitenbeentje was. Sindsdien ga ik gewoon alleen. Contact leggen is toch gemakkelijk. Maar het eerste wat ik op de markt tegen Harmen zei, was toch: wat ga je er dan mee doen, met die foto’s? Ik wil niet dat er verkeerde dingen mee gebeuren.’’
Muze
De twee spraken af, bij haar thuis, nog zonder camera. Het klikte. Toen Harmen Joyce eenmaal begon te fotograferen, in 2017, waren ze al een jaar vrienden. Hij was al begonnen Joyce zijn muze te noemen en had grote plannen. Ze trokken onder meer naar het Stadhuis in Rotterdam, en naar een ‘liefdeshotel’, waar hij Joyce vroeg te poseren in opvallende kleding en uitbundige decors. Die foto’s werden zijn afstudeerproject op de Kunstacademie: My Dear Joyce. Wat ze sindsdien delen, zegt Harmen, is bijzonder. Hij groeide in Friesland op bij zijn oma, nadat zijn ouders scheidden. Van het dorpje Balk belandde hij in de stad Leeuwarden. ,,Maar die stad is ook klein, hoor.’’ Echt gelukkig werd hij ook daar niet. ,,Friesland was voor mij een beetje eenzaam.’’ Hij werd gepest op school en trok zich terug in zijn eigen wereldje. Een paar jaar later belandde hij in Rotterdam, voor de kunstacademie. In Rotterdam-Zuid woonde hij eerst anti-kraak, met groot genoegen zegt hij, nu woont hij in Rotterdam-West. ,,Toen ik hem leerde kennen, was hij ook nog een stuk onzekerder,’’ zegt Joyce. ,,Ik vind hem erg gegroeid als mens.’’
Harmen: ,,Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die over ons zeggen: het is niet zijn moeder en niet zijn oma, wat doen zij met elkaar? Dat heeft dan voornamelijk te maken met het leeftijdsverschil. Maar ik heb mijn hele leven vriendschappen al in andere hoeken gezocht. Daar kunnen mensen wel kritisch op zijn, maar ik moet mijn hart blijven volgen. Ik heb leeftijdsgenoten als vrienden, maar voel me meer mezelf bij mensen als Joyce. Ik ben in mijn leven altijd een beetje op zoek naar een moederfiguur. Nou ja, dat kreeg ik bij Joyce. Een warme maaltijd af en toe, gezelligheid, een gesprek. Ik denk dat ik me zo het meest op mijn gemak voel. Dat is het onderbuikgevoel dat ik heb. Ik voel me prettig bij oudere mensen. Ik zou zelf een oude ziel hebben, zeggen mensen.’’
Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die over ons zeggen: het is niet zijn moeder en niet zijn oma, wat doen zij met elkaar?
Harmen Meinsma
Joyce: ,,En bij mij is het omgekeerd. Ik ga juist graag met jongere mensen om. Ik heb weinig vrienden van mijn leeftijd. Voor mij is leeftijd ook niet belangrijk, maar wel hoe men in het leven staat. En hoe men denkt over dingen. Sommige mensen zeggen wel tegen mij dat ze niet begrijpen dat ik met jongere mensen omga. Dan zeggen ze: cougar! Maar ik doe het niet bewust, het gaat me niet om leeftijden. Voor mij is iedereen gelijk: je staat nergens boven. Dat heb ik van mijn moeder geleerd. Ik heb ook helemaal geen zin in huisje, boompje, beestje. Dat heb ik al lang geleden achter me gelaten.’’
Vijftig jaar leeftijdsverschil. Is dat niet lastig?
Harmen: ,,Helemaal niet. Ik luister graag naar haar. Soms zitten we samen te eten en dan zit ze lekker te brabbelen.’’ Gniffelend: ,,Dan luister ik gewoon.’’
Joyce: ,,Dat is wederzijds. Het enige is dat hij me soms in moet tomen. Als ik spanningen heb bijvoorbeeld. Dan zegt hij: rustig, rustig!’’
Harmen: ,,We staan voor elkaar klaar. Toen hij door zijn bovenbuurman gek werd gemaakt, kwam hij bij mij slapen. Er staat altijd een bed voor hem klaar.’’
Joyce: ,,Ik heb een Indonesische achtergrond. Ik ben op Sumatra geboren. Mijn vader werd gevangen genomen, mijn moeder, mijn broertje en ik zijn verhuisd naar Bandung. In 1958 zijn we het land uit gedonderd door Soekarno. Sindsdien woon ik in Nederland. Ik heb wel heimwee gehad, dat ik terugwilde, omdat ik me heel erg verwant voelde met de mensen daar. Maar ik heb zoveel meegemaakt en geen gewoon leven geleid. Ik heb altijd in de gezondheidszorg gewerkt, maar daarnaast deed ik altijd andere dingen. Foto’s maken, studeren op de mode-academie. Ik ben echt een laatbloeier.’’
Harmen: ,,Joyce ging laat in haar leven nog studeren. Ik denk dan: waarom niet? Het is nooit te laat. Je leeft maar één keer.’’
Wat leert jullie bijzondere vriendschap vooral?
Harmen: ,,Dat je je oogkleppen af moet zetten en om je heen moet kijken. Als je nieuwsgierigheid voelt: spreek iemand eens aan. En vraag eens hoe het met iemand is, juist in deze tijd. Dat levert contact op.’’
Joyce: ,,Dat heb ik in mijn eigen straat ook meegemaakt, ja. Ik zag steeds iemand voorbijkomen lopen en fietsen. Op een gegeven moment sprak ik die persoon aan: laten we elkaar gewoon gedag gaan zeggen, zei ik. Zo ontstond er contact.’’
Harmen: ,,We investeren ook in elkaar. Joyce en ik blijven ook echt vrienden. Straks, als dit allemaal voorbij is, hoop ik ook dat we samen weer eens nieuwe foto’s gaan maken. Dat zou ik geweldig vinden.’’
De foto’s van Harmen Meinsma met Joyce als model maken deel uit van de expositie Youthquake, verlangen naar eeuwige jeugd in de Kunsthal in Rotterdam. De expositie is te bezoeken zodra de musea weer open mogen. De styling op de foto’s van Joyce is gedaan door Suuz Bisschops, het haar en de make-up door Ed Tijsen. De fotografie-assistent was Annemiek Schout.